Onderwijs

Snel naar

Onze organisatie

De St. Vitusschool wil bereiken dat ieder kind via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces kennis en vaardigheden kan verwerven die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in een multiculturele samenleving. Dit gaat het beste in een omgeving waar de leerlingen zich thuis voelen. We zetten ons in op het versterken en verbeteren van het groeps- en schoolklimaat. De onderwijsleerpakketten dragen bij aan het bovengenoemde leerproces en aan de wettelijke plicht om aan de kerndoelen en de referentieniveaus voor taal en rekenen te voldoen.

Basisvaardigheden/ - vakken

Nederlandse taal
Taal is een instrument om te kunnen communiceren, om de wereld om je heen te ordenen en te verkennen. In de groepen 1/2 staat de spreektaal centraal. Tevens wordt aandacht besteed aan taalkennis en ontwikkeling van leesbegrip. Dit gebeurt in veel gevariëerde situaties. In de eerste helft van groep 3 wordt het taalonderwijs gegeven vanuit de aanvankelijk leesmethode Lijn 3. Daarnaast zijn er nog verschillende taalsituaties die overeenkomen met de werkwijze in de groepen 1/2. In de groepen 4 t/m 8 werken wij voor taal en spelling met de taalmethode Staal.
 

Woordenschatverwerving
Kinderen zijn super snelle woordenschatverwervers. Ze komen op school met een woordenschat die ze van huis uit hebben meegekregen. Een kleuter met een gemiddelde Nederlandse woordenschat beschikt al gauw over zo’n 3000 woorden. Maar in de jaren dat ze naar school gaan leren ze nog een groot aantal woorden bij. Zo komen ze al gauw tot een woordenschat van meer dan 10.000 woorden. 
Wij werken intensief aan de uitbreiding van de woordenschat van onze kinderen.
 

Schrijven
Het schrijven is een communicatie- en expressiemiddel, die een motorische en technische vaardigheid vereist. In de groepen 1/2 ligt het accent op de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek. In de groepen 3 t/m 7 wordt er gewerkt met de methode Klinkers. Toetsing vindt plaats d.m.v. observatie.
Als schrijfgerei gebruiken we in groep 3 en het eerste deel van groep 4 een schrijfpotlood. Vervolgens schrijven de kinderen de rest van hun schoolloopbaan met een pen. De eerste pen krijgen ze van school, moet die later vervangen worden, dan is een nieuwe pen te koop voor €2,- bij onze conciërge Mohamed Kadraoui.
 

Leesonderwijs
Door het lezen kunnen kinderen kennis nemen van elementen van onze cultuur uit het verleden en het heden en kunnen ze genieten van gedachten en gevoelens van anderen. We onderscheiden de volgende vormen van leesonderwijs:


Voorbereidend lezen

Dit vindt plaats in de groepen 1 en 2. Hierbij wordt de belangstelling gewekt of verder gestimuleerd voor de geschreven taal. In het kader van de ontluikende geletterdheid worden de begrippen en de vaardigheden die van belang zijn voor het aanvankelijk lezen verder ontwikkeld.

Aanvankelijk lezen
Het structureel aanbieden van het leesonderwijs begint in groep 3. Hiervoor gebruiken we de methode Lijn 3.

Voortgezet technisch lezen
Dit gebeurt vanaf januari groep 3 m.b.v. de Pravoomethode; niveaulezen, maatjeslezen, stillezen  en klassikaal lezen.

Begrijpend en studerend lezen
In de groepen 1/2 wordt er via boeken, verhalen en gespreksvormen gewerkt aan het begrijpend luisteren. In groep 3 gebeurt het begrijpend lezen volgens de suggesties en de materialen van Lijn 3. Voor de groepen 4 t/m 8 gebruiken wij de methode Grip op lezen en Nieuwsbegrip.
 

Rekenen en wiskunde
Belangrijk doel bij het vak rekenen/wiskunde is kinderen leren om zelf te komen tot verschillende oplossingen en strategieën. Dit doen we door gebruik te maken van concrete contexten, materialen, schema’s en modellen. In de groepen 1/2 ligt het accent op het werken met ontwikkelingsmaterialen. In de groepen 3 t/m 8 werken we met de methode Wereld in getallen en met de aanpak van Met Sprongen Vooruit. De rekencoördinator is Linda Hendriks.

Catechese

Vanuit de ervaringswereld van de kinderen krijgen het omzien in verwondering, het geloof als een persoonlijke levenshouding, het respect hebben voor anderen, de religieuze dimensies, het bijbelgebruik en het kerkelijk jaar meer betekenis voor hen. Wij maken gebruik van de methode Trefwoord. Bij deze methode hoort een dagkalender. Iedere dag is er kort aandacht voor de thematiek van elk projectdeel. Ook vinden er vier keer per jaar catechesevieringen plaats.
Rond 2 november houden wij op school een herinneringsdag. Op deze dag herdenken wij dierbare overledenen.

Compacten en verrijken van de rekenles

Begaafde leerlingen hebben doorgaans minder uitleg, oefening en herhaling nodig dan de reken- en wiskundemethode aanbiedt. Voor hen kan het reguliere aanbod wel ingedikt of gecompact worden. Daarnaast hebben deze kinderen behoefte aan reken- en wiskundeproblemen die meer bij hun eigen vaardigheid aansluiten. Er vindt een verrijking van het aanbod plaats. Deze verrijkingsopdrachten moeten betekenisvol zijn en het leren moet centraal staan. Begaafde leerlingen hebben niet alleen een hoge intelligentie, maar ook een grote creativiteit in denken en een sterke motivatie tot leren. Ze zijn sneller van begrip en leren niet altijd netjes in opeenvolgende stapjes, maar met sprongen, bijvoorbeeld door inzicht in verbanden en het actief en creatief benutten van voorkennis. 

Als doelgroep kiezen we voor de leerling met een 1-score bij de Citotoetsen rekenen/wiskunde en begrijpend lezen. Het programma wordt begeleid door de intern begeleider van onze school, Cynthia Klumper en Mieke last. 

Groep 1/2

Spelen is werken

Over onderwijs aan kleuters bestaat vaak het idee dat er maar wat gespeeld wordt. Niets is minder waar!
Een kleuter die speelt is hard bezig de wereld te ontdekken. Hij leert van anderen. En hij leert door te doen, veel te herhalen en erover te praten.
Dat vinden we terug in het onderwijs aan kleuters. Kinderen krijgen er volop de mogelijkheid om te spelen en ontdekkend te leren. Een kind functioneert als geheel, reageert zoals hij is. Het groeit en kan steeds meer. Ook al is het soms moeilijk te zien, toch kunnen we verschillende aspecten onderscheiden aan de ontwikkeling van een kind:

  • de motorische ontwikkeling
  • de taalontwikkeling
  • de sociale en emotionele ontwikkeling
  • muzikale vorming
  • creatieve ontwikkeling
  • denkontwikkeling en de ruimtelijke oriëntatie

Door lesjes en gerichte activiteiten wordt systematisch aan de ontwikkeling gewerkt. De leerkrachten weten hoe ver een kind is in z’n ontwikkeling en wat de volgende stap moet zijn. Zij observeren steeds weer hoe de kinderen functioneren en geven opdrachten afgestemd op het ontwikkelingsniveau van elk kind. De leerlingen van de groepen 1 en 2 zitten bij elkaar in de groep om van elkaar te leren en elkaar te leren helpen. Elke leeftijd geeft een eigen positie in de groep en het is goed om die fases door te maken. De dag begint meestal in de kring, er wordt niet alleen gepraat, maar ook gezongen, spelletjes gedaan en voorgelezen. De kring is het echte gezamenlijke moment. Na de kring wordt er gewerkt in de klas.
In de kieskasten vinden we het ontwikkelingsmateriaal waar de kinderen zelf mee kunnen werken en waar ze ook lesjes of opdrachten mee krijgen. De hoeken zien er uitnodigend uit. Er is een huishoek, een bouwhoek, een zand/watertafel, werkwanden etc.
Na het spelen en het werken is het tijd om even te pauzeren en iets te eten of te drinken. Daarna wordt er bij goed weer buiten gespeeld of bewegingsles gegeven in het speellokaal.

Handelingsgericht werken

Kinderen komen in eerste instantie op school om te leren. Het onderwijs op de St. Vitusschool kenmerkt zich dan ook door goede leerprestaties. Onderwijskundige ontwikkelingen vragen aandacht voor goed klassenmanagement in de basisschool waardoor we in staat zijn om te gaan met verschillen in aanleg van de kinderen. Wij gebruiken hiervoor didactische groepsoverzichten en groepsplannen per vakgebied, hierin hebben wij de onderwijsbehoeften van de leerlingen in kaart gebracht. Hieruit vloeit voort dat we in de lessen naast de basisinstructie ook een verlengde en verkorte instructie aanbieden.

Alle kinderen krijgen basisstof aangeboden die kan worden aangevuld met verrijkings- en verdiepingsstof. Omdat de kinderen niet allemaal dezelfde behoefte aan instructie hebben, geven wij bij bepaalde vormen van rekenen en taal een gelaagde instructie. Kinderen die aan een korte instructie genoeg hebben kunnen na een proef op de som snel aan de slag. De anderen volgen de instructie en uitleg van de leerkracht nog wat langer.

De verwerking kan variëren naar tempo en naar aard van de opdracht. Vandaar ook dat onze school veel meer aandacht besteedt aan het zelfstandig werken. Onze school beschouwt het als haar taak om, in samenspraak met ouders, kinderen zo goed mogelijk te begeleiden in hun ontwikkeling. Veel aandacht besteden we aan het eigene van elk kind. Elk kind is uniek en maakt een eigen persoonlijkheidsontwikkeling door, zoveel mogelijk onderwijs op maat dus. Onder de kopjes ‘leerlingenzorg op onze school’ en ‘Remedial Teaching als specialistische hulp’ kunt u lezen op welke manier wij omgaan met kinderen die extra zorg en aandacht nodig hebben.

Kanjertraining

In het omgaan met elkaar maken we gebruik van kanjerlessen. De basisafspraken hierbij zijn:

• we vertrouwen elkaar
• we helpen elkaar
• niemand speelt de baas
• niemand lacht uit
• niemand blijft zielig

Doelstelling van de Kanjerlessen is verdieping door individueel inzicht in eigen en andermans gedrag. Het is gericht op het groepsproces; kinderen zijn zelf verantwoordelijk voor hun gedrag en leren elkaar met respect aan te spreken. De lessen bestaan uit een verhaal, werkbladen maken, maar ook veel oefeningen doen om elkaar te leren vertrouwen.

Het hele team heeft een driedaagse Kanjercursus gevolgd. Ook medewerkers van de tussen schoolse opvang hebben een Kanjertraining gevolgd. De kanjercoördinator op onze school is Cynthia Klumper.

Leerlingenzorg op onze school

Passend Onderwijs

In het Nederlandse onderwijs wordt hard gewerkt aan het verbreden van de zorg in het basisonderwijs. Het Ministerie van Onderwijs wil voorkomen dat kinderen te snel naar scholen voor speciaal onderwijs verwezen worden. Samenwerking kan een oplossing bieden. De basisscholen en de scholen voor speciaal basisonderwijs gaan aan de slag om kinderen langer op de reguliere basisschool te houden en om kinderen uit het speciale onderwijs, die terug kunnen naar de basisschool, daar te blijven begeleiden.

Als men er in slaagt de zorg en de opvangmogelijkheden in het basisonderwijs te vergroten, kunnen meer kinderen weer samen naar school.

Als leerlingen na alle hulp en ondersteuning toch achterblijven in hun ontwikkeling kunnen ze worden aangemeld bij het Multi-disciplinair overleg (MDO). Aan het MDO-overleg nemen naast de leerkracht, intern begeleider en ouders ook één of meer externe deskundigen deel, zoals een ambulant begeleider, schoolpsycholoog of een orthopedagoog. Voor meer informatie over de werkwijze van het MDO-overleg kunt u contact opnemen met onze intern begeleider.

Hoe komt de samenwerking tot stand?

In samenwerkingsverbanden werkt steeds een groep basisscholen met één of meer scholen voor speciaal onderwijs samen. Samen proberen ze de opvangmogelijkheden in de basisscholen te vergroten. Onze school heeft zich met 110 scholen voor basisonderwijs en voor speciaal basisonderwijs aangesloten bij het samenwerkingsverband Unita. De scholen hebben een systeem van interne begeleiding opgezet. Op elke basisschool is een intern begeleider benoemd. Deze heeft de zorg voor het coördineren en organiseren van de onderwijszorg op school. Op onze school is dat Cynthia Klumper.

Wat betekent Passend Onderwijs voor onze school?

De wijze van werken voorziet erin dat problemen in de ontwikkeling van leerlingen zo vroeg mogelijk worden opgemerkt. Dat maakt het mogelijk om kinderen snel en goed op te vangen als zich in de ontwikkeling problemen voordoen. Een aanpak waar alle leerlingen van profiteren. Het onderwijs zal zich steeds meer gaan aanpassen aan de leerlingen. Het speciaal onderwijs zal daarom in de toekomst het karakter krijgen van een professioneel hulpinstituut voor het basisonderwijs. Het speciaal onderwijs stelt ervaring, faciliteiten en deskundigheid beschikbaar. Daarnaast blijft het speciaal onderwijs leerlingen opvangen, die langdurig aangewezen zijn op intensieve specialistische hulp.

Zorg voor de leerlingen met een beperking

De St. Vitusschool staat in principe open voor kinderen met een beperking. Wel is er een aantal criteria waaraan voldaan moet worden. Bovendien hangt de aanname af van de zorgzwaarte van de ontvangende groep. De criteria liggen ter inzage bij de directie en staan omschreven in het zorgplan.

Werkzaamheden van de intern begeleider

Een belangrijk onderdeel van de interne begeleiding is de organisatie van procedures en activiteiten die betrekking hebben op leerlingenzorg. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt welke stappen een leerkracht kan nemen wanneer er extra zorg nodig is voor een of meer kinderen in de groep. De intern begeleider begeleidt de leerkracht hierbij, organiseert leerlingbesprekingen met de leerkrachten, in bouw- en in teamvergaderingen en onderhoudt contacten met externe instanties. Door deze opzet proberen we al het mogelijke te doen om een kind in onze school goed te begeleiden.

Om de kwaliteit van de leerlingzorg te vergroten, zijn er tal van zaken ingevoerd, zoals een leerlingvolgsysteem, een leerlingendossier, een orthotheek (remediërend materiaal voor leerlingen en toetsmateriaal) en werken de leerkrachten met een didactisch groepsoverzicht en een groepsplan. In de afgelopen jaren heeft het team onder leiding van de intern begeleider een nieuw zorgplan ontwikkeld waarin alle activiteiten worden omschreven die de school onderneemt ten behoeve van de zorg aan de leerlingen. Jaarlijks worden verdere activiteiten omtrent de zorgverbreding opgenomen in het ontwikkelingsplan.

Leerlingvolgsysteem en toetsen

Het leerlingvolgsysteem op onze school

Het leerlingvolgsysteem is een systeem waarmee men de leerling kan volgen. In de praktijk betekent het dat onze school op geregelde tijden de vorderingen van de leerlingen vaststelt. Hierdoor is het mogelijk de ontwikkeling van een kind te volgen vanaf het moment dat het op school komt. Zo kan er een doorgaande lijn worden getrokken. We kijken niet  alleen naar het niveau van het kind vergeleken met het niveau van leeftijdgenootjes, maar wat veel belangrijker is; hoe het zich ontwikkeld heeft in de loop van de tijd ten opzichte van zichzelf.

Hoe meet je objectief het niveau van de kinderen?

Om de vorderingen van de kinderen vast te stellen maken we gebruik van de toetsen die bij onze methoden horen. Daarnaast zijn er methode-onafhankelijke toetsen. Deze toetsen staan los van de methodes en meten de vorderingen van de leerlingen. Veel methode-onafhankelijke toetsen die we gebruiken, zijn van het Cito. Het grote voordeel van het Cito-leerlingvolgsysteem is dat het bestaat uit landelijk genormeerde toetsen. Het Cito maakt gebruik van vorderingsschalen die bepaald worden door metingen van de gemiddelde ontwikkeling van leerlingen van Nederland. Hierdoor is het mogelijk ons onderwijs te spiegelen aan het onderwijs in de rest van Nederland.

De op onze school gehanteerde methode-onafhankelijke toetsen zijn:

  • Groep 3 t/m 8: Toetsen op het gebied van rekenen, technisch- en begrijpend lezen en spelling (deze worden 2x per jaar afgenomen)
  • Groep 4 t/m 8: Woordenschat
  • Groep 8: Doorstroomtoets

Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken we voor de groepen 1 t/m 8 het leerlingvolgsysteem van de Kanjertraining. Daarnaast toetsen we de sociale veiligheid in groep 5 t/m 8.

Wat doet de school verder met de toetsen?

De toetsen worden met een vaste regelmaat in de school afgenomen. Er is dus een systematische aandacht voor de schoolvorderingen van de leerlingen. De gegevens worden opgeslagen in de computer en besproken. De leerkrachten krijgen een objectief beeld van de kwaliteit van het onderwijs op de St. Vitusschool. Ze kunnen waar nodig bijsturen en het gehele onderwijsaanbod beter inrichten.

Wat merken de ouders van de toetsen?

In oudergesprekken en rapport besprekingen krijgt u aan de hand van grafieken een duidelijk beeld van de vorderingen van uw kind. De leerkrachten analyseren de toetsen. Ze kunnen zien of een kind extra ondersteuning nodig heeft of dat er aanpassingen in het onderwijs binnen de groep nodig zijn. Verder gebruiken ze de toetsen bij het bepalen van een beoordeling in het rapport. Daarbij is de toets slechts een onderdeel van de totstandkoming van de beoordeling. Het dagelijks functioneren in de klas weegt hierbij zwaarder. Wilt u echter wat meer over de toetsen weten en bent u benieuwd naar de resultaten, dan kunt u altijd naar de leerkracht gaan en hierover vragen stellen. De leerkracht kan de resultaten van uw kind laten zien en uitleg geven over de uitslag.

Overige vakken

Wereldoriëntatie en erfgoededucatie

Alles wat mensen maken of bedenken, bewaren of onthouden en nalaten of doorvertellen, kan erfgoed genoemd worden. Erfgoed is ingedeeld in drie gebieden: het eigen erfgoed: de culturele en historische bagage van het kind zelf, erfgoed in de omgeving en het erfgoed van iedereen. Tijdens de wereldoriënterende vakken en thema’s komt dit uitgebreid aan bod.
In de groepen 1 t/m 4 komen thema’s aan de orde waarvan de inhoud een voorwaarde vormt voor het methodisch onderwijs vanaf groep 5. 

In de groepen 5 t/m 8 werken wij met de methode: Blink Wereld.
Alle in de Wet op het Primair Onderwijs genoemde kerndoelen, waaronder oriëntatie op jezelf en de wereld, mens en samenleving, natuur en techniek, ruimte en tijd, worden behandeld.
 

Verkeer

We willen de kinderen een houding en vaardigheden bijbrengen die noodzakelijk zijn om als voetganger of fietser aan het verkeer deel te kunnen nemen. In de groepen 1/2 komt verkeer aan bod tijdens kringgesprekken en het werken met thema’s en projecten. In de groepen 3 t/m 8 wordt er gewerkt met de methode Klaar…Over! In groep 7 doen de kinderen mee aan het verkeersexamen.
 

Engels

Hiermee willen we bereiken dat de kinderen een positieve houding ontwikkelen ten aanzien van het leren van een vreemde taal. Een communicatieve benadering is hierbij van belang. We gebruiken in de groepen 7 en 8 de methode Take It Easy.
 

Cultuureducatie

Cultuur is een breed en allesomvattend begrip. Dagelijks komen niet alleen volwassenen, maar ook kinderen in aanraking met cultuur. Zij horen muziek, lezen boeken en kijken tv, soms hangt er kunst aan de muur. Bovendien is onze omgeving vormgegeven door ontwerpers en architecten, nu en honderden jaren geleden. Vaak zijn wij als volwassenen ons hier niet van bewust, laat staan dat wij dat van kinderen kunnen verwachten. Om kinderen zich op een brede manier te laten ontwikkelen is een cultureel aanbod in het basisonderwijs van groot belang (theater, muziek, dans, audiovisueel, beeldend werken, poëzie en literatuur). We willen bereiken dat de kinderen tijdens hun schoolloopbaan regelmatig in aanraking komen met verschillende kunstvormen.
 

Projecten

Twee keer per jaar houden we als school een gezamenlijk project. We kiezen als team een onderwerp dat de kinderen en ons aanspreekt en gaan daar vervolgens over brainstormen. Het project kan een gemeenschappelijk begin en/of een gemeenschappelijke afsluiting hebben. De vorm waarin dit gebeurt is altijd verschillend.
 

Muziek

Wij hebben een vakleerkracht voor muziekonderwijs. Het accent in de lessen ligt vooral op het samen zingen, spelen en bewegen op muziek. Er wordt ook regelmatig gewerkt met muziekinstrumenten. Aandacht is er voor maat en ritme en verschillende muzikale tegenstellingen. Luisteren naar muziek is een onderdeel dat ook regelmatig aan de orde komt.
 

Beeldende vorming

Hierbij gaat het erom het kind in contact te brengen met zoveel mogelijk terreinen die de mogelijkheid in zich hebben tot creatieve uitingen te komen.
 

Handvaardigheid/Textiele werkvormen

De leerlingen maken zowel figuratieve als non-figuratieve werkstukken. De zeggingskracht wordt verhoogd door het op juiste wijze combineren van materiaal, techniek en beeldaspecten. De lessen worden door de groepsleerkracht verzorgd, eventueel met behulp van ouders.
 

Tekenen

We maken een onderscheid tussen cursorisch tekenonderwijs en vrij tekenonderwijs. In het cursorisch tekenonderwijs ligt de nadruk op de opbouw van de lessen, in het vrije tekenonderwijs op de persoonlijke toepassing hiervan.
 

Bewegingsonderwijs

Hierbij willen we dat de kinderen kunnen deelnemen aan verschillende bewegingssituaties, dat ze zelf bewegingsmogelijkheden uitproberen en dat ze in staat zijn bewegingssituaties op gang te houden. 
In de groepen 1/2 verzorgt de groepsleerkracht de lessen bewegingsonderwijs in de speelzaal en/of buiten.
Aan de school is een vakleerkracht gymnastiek verbonden. Hij verzorgt in de groepen 3 t/m 8 minstens één les in de week.
De leerlingen van groep 3 hebben één keer in de week gymnastiek in de gymzaal aan de Dr. Schaepmanlaan. Bewegingsonderwijs vindt verder plaats in de speelzaal en/of buiten.
De groepen 4 t/m 8 hebben twee keer per week gymnastiekles aan de Dr. Schaepmanlaan.
Voor meer informatie over de gymkleding, zie het kopje Voor ouders – Informatie – bewegingsonderwijs: gymkleding.

Judo
Om de drie weken hebben de kinderen ook een judoles. Deze wordt verzorgd door Sander van der Hoek van Judoschool van der Hoek. De lessen worden gegeven op dinsdag. U kunt in de Parro App zien wanneer welke groep judo heeft.
Judo is een contactsport. Kinderen leren elkaar aan te raken, maar leren er op te vertrouwen dat ze met respect elkaar blijven benaderen. Wij vinden het belangrijk om hier tijdens de judolessen aandacht aan te besteden ter ondersteuning van de Kanjertraining.
Alle kinderen vanaf groep 5 hebben een eigen judopak in bruikleen. De meisjes mogen onder hun judopak een t-shirt of hemd aan.
Voor meer informatie over Judoschool van der Hoek zie hun eigen website: www.judoschoolvanderhoek.nl.

Huiswerk

Vanaf groep 7 wordt er structureel huiswerk gegeven dat verder uitgebreid wordt in groep 8.
 

Rapportage en gesprekken

Rapportage en gesprekken

In september vinden er startgesprekken plaats. In november vinden er oudergesprekken plaats. Ouders worden dan geïnformeerd over de vorderingen, het welbevinden, de resultaten van toetsen uit de methodes en de uitkomst van de kindvragenlijst. De kinderen krijgen in de rapportweken in februari en juli een rapport en dan worden zij uitgenodigd voor een gesprek met de groepsleerkrachten. De data van de rapportweken vindt u in de Parro App agenda. De leerlingen van groep 1 ontvangen in de tweede rapportweek een rapport. De leerlingen van groep 2 krijgen tweemaal een rapport uitgereikt: halverwege en aan het eind van het schooljaar.

Zittenblijven

Wij hebben er als team voor gekozen het zittenblijven in onze school te handhaven. Het kan voor een leerling goed zijn eens een jaar over te doen. We besteden dan meer aandacht aan datgene waar het kind moeite mee heeft en zullen andere zaken uitdagend houden door meer verrijkingsstof te geven. De leerling beseft hierdoor dat hij of zij niet altijd op zijn tenen hoeft te lopen en krijgt eerder zijn of haar gevoel van eigenwaarde terug. De uiteindelijke beslissing over het al dan niet zitten blijven van een leerling ligt bij de school.

Bij de doorstroming van groep 2 naar groep 3 wordt het ontwikkelingsniveau van het kind bekeken in plaats van de vroeger gehanteerde peildatum van 1 oktober.

Remedial teaching als specialistische hulp

Op onze school besteden we ruim aandacht aan kinderen die extra zorg nodig hebben. Remedial teaching en motorische remedial teaching zijn mogelijk voor alle leerlingen van onze school. Samen met de groepsleerkracht wordt dan een handelingsplan opgesteld en uitgevoerd. De remedial teachers van onze school zijn Hans Koster, Annemarie van Woensel, Linda Hendriks en Marieke van Slooten. De motorisch remedial teacher is Nikki Habers. Zij is als kinderfysiotherapeute in dienst bij Fysio Holland STTC in Bussum en verzorgt kinderfysiotherapie bij ons op school.

Kinderfysiotherapie

Sinds 2012 heeft de St. Vitusschool de beschikking over een ‘eigen’ kinderfysiotherapeut met als voordeel dat er voor school en voor u als ouders altijd een direct aanspreekpunt is voor vragen met betrekking tot de motoriek en ontwikkeling van uw kind. Daarnaast heeft het als voordeel dat behandeling onder schooltijd plaatsvindt.

Namens Fysio Holland STTC in Bussum, ben ik als Kinderfysiotherapeute op dinsdag aanwezig op school. Wanneer er vanuit school signalen zijn dat uw kind moeite heeft met (netjes) schrijven of klaagt over pijn tijdens het schrijven kan het heel zinvol zijn om (kortdurend) te gaan behandelen. Maar ook wanneer er aanwijzingen zijn dat uw kind moeite heeft om mee te komen tijdens de gymles of bij het samen spelen op het schoolplein (bijvoorbeeld moeite met het rennen bij tikkertje, klimmen op het klimrek of balvaardigheid bij trefbal) is het mogelijk om kinderfysiotherapie op te starten.

In overleg met de leerkracht haal ik uw kind op uit de klas om samen te oefenen. Met uitzondering van het schrijven, gebeurt het oefenen vaak in de gymzaal of op het schoolplein in sport- of spelvorm zodat uw kind spelenderwijs en op een zo ontspannen mogelijke manier nieuwe vaardigheden oefent en aanleert.

Voordat een behandeltraject wordt opgestart, wordt er altijd schriftelijk toestemming aan u gevraagd. U bent daarnaast altijd welkom om (incidenteel) mee te kijken wat we samen oefenen en hoe het gaat. U kunt uw kind rechtstreeks bij mij aanmelden of via de leerkracht van uw kind. Er zijn voor u als ouder geen kosten verbonden aan de behandeling; deze wordt in alle gevallen volledig vergoed door uw zorgverzekeraar en valt niet onder het eigen risico.

Ik ben op dinsdag op school aanwezig. Indien u vragen heeft of uw kind wilt aanmelden dan ben ik bereikbaar via het telefoonnummer van school of via n.habers@fysioholland.nl

Met vriendelijke groeten namens Fysio Holland STTC,

Nikki Habers
Fysiotherapeut/Kinderfysiotherapeut

Locatie Eslaan BussumEslaan 71404 EE BUSSUM035-6921943
www.fysioholland.nl

Schoolplan

Klik hier om het schoolplan te downloaden.

De schoolontwikkeling is een continu proces. Het eindstation zal nooit worden bereikt. Steeds weer opnieuw zullen er nieuwe aandachtspunten naar boven worden gehaald, zullen er zaken bijgesteld dienen te worden. In dit verband spreken we over een meerjarenbeleidsplan.
Wat wil men in de school op korte termijn en wat wil men op langere termijn gerealiseerd zien?
In het door de directie opgestelde Schoolplan worden de plannen voor een periode van vier jaar beschreven. In het jaarplan worden de onderwijskundige onderwerpen met schooljaar aangegeven.

In het kader van Passend Onderwijs werken wij aan handelingsgericht werken. In aansluiting op de wettelijke eisen die aan scholen worden gesteld, willen wij als school ook kwaliteit leveren. Wij zijn enkele jaren geleden begonnen met het opzetten van een systeem voor kwaliteitszorg. Dit is een proces van jaren. Hierbij wordt eerst de gewenste kwaliteit beschreven en vervolgens wordt gekeken hoe die kwaliteit wordt bewaakt. Eén keer in de vier jaar houden wij een tevredenheidsonderzoek onder ouders, leerlingen en leerkrachten. Met de verbeterpunten gaan wij aan de slag.

Sociale ontwikkeling

De school heeft een aanbod gericht op de bevordering van het actief burgerschap en sociale integratie. Zij besteedt in dat kader aandacht aan de volgende elementen:

  • vrijheid van meningsuiting
  • gelijkwaardigheid
  • begrip (voor anderen)
  • verdraagzaamheid (tolerantie)
  • afwijzen van onverdraagzaamheid
  • afwijzen van discriminatie

De school is een oefenplaats en brengt actief burgerschap en sociale integratie in de praktijk. Bovengenoemde zaken komen tijdens het werken met de methode Trefwoord, de Kanjertraining, de zaakvakken en in diverse gesprekssituaties uitgebreid aan bod. Daarnaast krijgen alle kinderen één keer per maand judo les, om hun weerbaarheid te vergroten.